top of page
Search

Klein, kleiner, grootst...

‘O nee, wat is het druk!’ Het pad naar het bos lijkt wel massief afgesloten door mensen wanneer ik erheen fiets. Maar dan kom ik dichterbij en blijkt dit heel erg mee te vallen. Nu ik gemakkelijk door de mensen heen slalom, realiseer ik me dat het alleen maar vanaf een afstandje zo leek. Grappig: meestal moet je juist afstand nemen van een probleem, maar blijkbaar is er middenin duiken soms eerder de oplossing om haar ware omvang te kunnen zien. Meer inzoomen dus en de beren op de weg voor je, blijken slechts wasbeertjes te zijn.


Wanneer ik mijn fiets parkeer, struikel ik bijna over een klein meisje. Ze heeft totaal geen oog voor ons bijna ongelukje, maar staart naar iets wat schijnbaar alleen voor haar zichtbaar is. Schattig, besluit ik en begin mijn fiets op slot te zetten.

‘Kijk mama, een elfendorpje.’ Klinkt het ineens achter me. Oké, dat soort teksten trekken mijn aandacht als een magneet natuurlijk. Ik draai me opnieuw naar het meisje toe. Ze zit nog steeds uiterst geconcentreerd naar iets op de grond te staren. Maar ik zie niets bijzonders, afgezien van wat stukjes boomschors die voor haar liggen .

‘Leuk hoor liefje. Zoek maar fijn naar de elfjes.’ Ik kijk op en zie nu pas de moeder van het meisje staan. Ze staat te praten met een andere vrouw en kijkt niet eens naar haar dochter wanneer ze antwoord geeft. Het meisje zelf lijkt echter geen last van het gebrek aan aandacht te hebben. Wanneer ik weer naar haar kijk, zie ik dat ze nu zelfs op haar knietjes en ellebogen vanuit een andere hoek haar ontdekking bekijkt.


Goed dan, zucht ik in mijzelf. En ik laat me ook op mijn knieën vallen.

‘Zie je echt een elfendorp?’ vraag ik het meisje. Ze knikt en wijst zonder naar me op te kijken.

‘Wat zie je dan precies?’ vraag ik. Want ik zie nog steeds niet veel meer dan stukjes boomschors, ondanks mijn overmatige aanwezigheid aan fantasie.

‘Dat daar is het dak,’ mompelt ze en wijst naar een piepklein stukje boomschors wat op twee andere stukjes balanceert. ‘En dat daar is het tuinhekje.’

‘O ja, nu zie ik het ook! Het allerkleinste elfendorpje ooit.’ Ik glimlachend en kijk weer naar het meisje. Ze kijkt me een tel nieuwsgierig aan. Dan glimlacht ze met een tevreden zucht, alsof ze besluit dat ik het inderdaad ook echt zie en kijkt weer naar haar elfendorp.

Goed: nog meer inzoomen dus en alles nog kleiner maken, zodat je in staat bent voorbij het probleem te kijken en de grootste nieuwe dingen te ontdekken.




10 views0 comments

Recent Posts

See All
bottom of page